Extra info

 

"Wacht niet af. Verdeel een groots plan in kleine stappen en zet de eerste stap nu." - Indira Ganhdi

 
"Het vermijden van het conflict staat de oplossing in de weg
en draagt het verlies in zich."
 
 
 

Brainspotting
Brainspotting is een krachtige therapeutische methode die werkt door de onderliggende neurofysiologische bronnen van emotionele en lichamelijke pijn, trauma, stress gerelateerde – en andere complexe symptomen te identificeren, te verwerken en uiteindelijk los te laten.

Brainspotting is m.a.w. een tool die begint waar de meeste klassieke praat therapieën eindigen. Met Brainspotting is het mogelijk ervaringen te verwerken en symptomen aan te pakken die zich buiten het bereik van onze bewuste geest en verstandelijke vermogens bevinden.

Brainspotting werkt onmiddellijk in op de diepere hersenstructuren en het lichaam zonder dat het nodig is de hele tijd over je problemen te spreken of je ervaringen te analyseren. Het richt zich rechtstreeks op de onderliggende somatische (lichamelijke) / neurofysiologische component van je klacht. Eens deze geïdentificeerd is, start in het brein automatisch een lichaamseigen helingsproces dat ervoor zorgt dat bepaalde systemen die in onevenwicht zijn geraakt worden bevrijd en geïntegreerd.

 


6 tips om burn-out te voorkomen

 

1 - plan, op voorhand, regelmatige ontspanningen in jou agenda en laat op geregelde tijdstippen je werk los
2 - doe één taak tegelijk, zorg voor afwisselende taken, vergeet multitasking
3 - werk in blokken van maximum 30 minuten met 5 minuten ontspanning
4 - als je een extra opdracht krijgt, schat de werklast in en bespreek werklast met je opdrachtgever
5 - je moet niet op alle vragen ja zeggen, leer tijdig neen te zeggen (te beginnen op kleine vragen neen te zeggen en zo opbouwen)
6 - indien alle bovenstaande tips niet werken, verander van functie, werkgever of neem een coach onder de arm
 
 
 
Burn-out lijkt de ziekte van onze tijd te zijn. De toenemende druk op de werkvloer eist duidelijk zijn tol van heel wat werknemers. Na een langdurig ziekteverlof is het niet altijd eenvoudig om het werk terug op te pakken. De zeven tips hieronder kunnen helpen om een vlotte overgang mogelijk te maken. 

1. Laat je professioneel begeleiden

Deze tip spreekt eigenlijk voor zich. Intussen is het wel al bij iedereen doorgedrongen dat je een burn-out niet alleen kan overwinnen. Een coach of psycholoog is hierbij je compagnon de route. Lucas De Vocht, burn-outcoach en conflictbemiddelaar: “Zo’n coaching bestaat uit drie fases: de fysieke heropbouw, de mentale heropbouw en nadien de voorbereiding van de terugkeer naar de werkvloer. Een essentiële vraag is of de persoon in kwestie klaar is om terug te keren naar de oude job, of zich eerder wil focussen op het vinden van een nieuwe job. We kijken naar zijn of haar talenten en gaan na met welke job die matchen.”
Ongeveer 50% van mensen met een burn-out verkiest een nieuwe job. Je periode thuis kan dan een mooi moment zijn om te reflecteren over waar je eigenlijk naartoe wil.

2. Los conflicten op voor je terugkeer

In geval van terugkeer naar de oude job moet dit grondig voorbereid worden. Ga samen met je werkgever en eventueel een bemiddelaar na wat nog besproken en uitgeklaard kan worden. Lucas De Vocht: “Het is belangrijk om afspraken te maken over die eerste werkdag of die eerste periode. Ook de werkgever moet natuurlijk ten volle willen dat die persoon terugkeert en bereid zijn samen te zoeken naar een nieuw evenwicht, naar een nieuwe inzet of een nieuwe vorm van functioneren.”
De wet voorziet intussen in een formeel re-integratietraject. Dat traject wordt begeleid door de bedrijfsarts. Het is daarbij de taak van de werkgever om een plan op te stellen dat ervoor zorgt dat de persoon in kwestie de functie zal aankunnen. De bedrijfsarts zal daarvoor oordelen: kan de persoon de oude job nog aan of moet er een andere oplossing gezocht worden?

3. Bouw langzaam op

Na een lange periode van rust en focussen op jezelf kan het heel confronterend zijn om terug op de werkvloer te verschijnen. Het is dan ook een goed idee om langzaam je werktijd op te bouwen. Dat is maatwerk en moet natuurlijk ook kunnen binnen de werking van het bedrijf.

4. Communiceer duidelijk naar je collega’s

Communiceer heel duidelijk naar je collega’s waarom je afwezig was en hoe je jouw toekomst in het bedrijf ziet. Dat kan je zelf doen, of je kan het overlaten aan je leidinggevende.
Lucas De Vocht: “Mensen die gevoelig zijn voor burn-out zijn vaak personen die moeilijk nee kunnen zeggen, of people pleasers, of de bezige bij in een team … of een mengeling van die karaktertrekken. Elk van die aspecten kunnen ze nochtans veranderen. Daar wordt vooral tijdens het laatste deel van de coaching op ingezet.
Blijf ook duidelijk communiceren als je terug aan het werk bent. Beantwoord een opdracht van een collega of chef bijvoorbeeld met: ‘Oké, ik wil wel doen wat je me vraagt. Welke van mijn andere taken is dan minder prioritair?’”

5. Negeer alarmsignalen niet

Hoe reageer je als bepaalde signalen, zoals kortademigheid of oververmoeidheid, zich opnieuw voordoen? Lucas De Vocht: “Je moet je ervan bewust zijn dat die zullen terugkomen, aangezien je in dezelfde of een gelijkaardige situatie terechtkomt. Een efficiënte manier om dan rustig te worden, zijn ademhalingsoefeningen, bijvoorbeeld hart-coherentie-oefeningen, of meditatie. Dat wordt aangeleerd en geoefend tijdens de coaching.”

6. Vergeet je thuissituatie niet

De thuissituatie mag zeker niet vergeten worden. Lucas De Vocht: “Een burn-out is theoretisch werkgerelateerd, maar de situatie thuis is uiteraard een dragende en bepalende factor in het gebeuren. Er is niet altijd begrip van de partner of kinderen als de persoon met een burn-out thuis is maar niets doet. Of omgekeerd, als hij of zij wél iets doet, een tripje bijvoorbeeld of een hobby uitoefenen.”
Het is dus essentieel om thuis open te spreken over wat er gaande is. Ga je terug werken, communiceer dan duidelijk naar je partner of gezin toe wat jou helpt om de druk aan te kunnen of wat jou energie geeft.

7. Laat je blijvend opvolgen

Nazorg is heel belangrijk. Blijf nadat je terug aan het werk ging nog enkele weken of maanden afspraken maken met je coach of psycholoog. Vaak gaat het in het begin heel goed, maar eens de routine terugkomt, kunnen er opnieuw problemen ontstaan.
Bron: vacature.com. Tekst: Charlotte Fouquet. Publicatiedatum: augustus 2019.
 
10 tips om conflicten op te lossen
Hoe kun je uw conflict het best aanpakken? Bemiddelend?
Hier een 10-aantal tips:
   
1 – Ga een conflict niet uit de weg
Zie de feiten onder ogen als je merkt dat er onderlinge spanningen zijn tussen collega’s. Ga er niet vanuit dat deze vanzelf zal verdwijnen. Een onopgelost conflict zal blijven sluimeren om als een boemerang terug te komen en met snelheid.
2 – Breng in kaart wie last heeft van het conflict
Niet alleen de twee partijen zijn degenen die last van hebben van hun conflict; het hele team/organisatie zal last hebben van de stress die het oplevert. Handel snel om een escalatie te ontmijnen.
3 – Luister naar elk partij afzonderlijk
Zoekend naar de feiten en de waarden die geschenden zijn bij de partijen.
4 – Zorg voor de juiste omgeving om de patrijen samen te zetten
Het probleem midden op de werkplek uitpraten heeft geen zin. Neem de strijdende partijen apart en spreek achter gesloten deuren.
5 – Zet de partijen bij elkaar
Maak aan het begin van het gesprek duidelijk dat dit alleen bedoeld is om een oplossing te vinden voor het conflict. Breng beide partijen in gelegenheid het verhaal vanuit hun visie toe te lichten, zonder daarbij te worden gestoord.
6 – Wees assertief bij de opstart
Maak duidelijk dat je voor geen beide kanten kiest.Draai niet om de pot heen. Wees echter niet agressief. Luister, blijf neutraal en stel je bemiddeld op. Hamer op het feit dat het conflict alleen maar opgelost kan worden door te communiceren en te zoeken naar oplossingen.
7 – Verzamel de feiten
Stel vragen. Benoem de belangrijkste problemen en vertel hoe ze van invloed zijn op de individuele prestaties, hoe ze de service verstoren en hoe ze de relaties met klanten beschadigen. Leg de nadruk op werkgerelateerde zaken, laat ierder zijn persoonlijkheid, waarden en normen binnenbrengen.
8 – Zoek bevestiging voor het ontstaan van hun probleem
Zorg ervoor dat iedereen zijn visie en zijn gevolgen van het probleem gegeven heeft, voordat je op zoek gaat naar opties in uitkomsten.
9 – Bespreek mogelijke oplossingen
Vraag wat de criteria zijn van elk partij om tot een akkord te komen. Richt je dus op oplossingen waar beide kanten tevreden mee zijn. Vraag ze daarom allebei mogelijke oplossingen aan te bieden en hoe ze zich persoonlijk zullen inzetten voor die oplossing.
10 – Word het eens over de oplossing
Nadat de mogelijke oplossingen zijn besproken is het tijd om te beslissen welke oplossing het beste is voor iedereen. Zet deze op papier en zorg ervoor dat beide partijen het met de oplossing eens zijn. Spreek momenten af waarop jullie tussentijds zullen evalueren.
(herwerkt op basis van tekst van Monsterboard) 
 
 
Brainspotting
Ben je op zoek naar meer informatie over bainspotting 
geef ik je graag meer links :
- Hoe werkt brainspotting: (https://www.youtube.com/watch?v=7FO_udVWkqA - Engelstalige video - 10 min)
- Wat is een Brainspot? (https://vimeo.com/186019577 - Engelstalige video)
- Voor wie is Brainspotting ? (https://vimeo.com/187492731 - Engelstalige video)
- Als cliënt, waarom voor Brainspotting kiezen? (https://vimeo.com/187493121 - Engelstalige video)
- Wat is Brainspotting? (https://www.youtube.com/watch?v=lm3Plvaf3UE - Engelstalige video) 
- www.brainspotting.com of www.brainspotting.nl of www.antepassio.be/brainspotting-2
 
 
5 misverstanden over burn-out die dringend de wereld uit moeten

Misverstand 1. Burn-out treft emotioneel onstabiele mensen
 
"Mensen die een burn-out krijgen zijn absoluut geen watjes. Het zijn perfectionisten. Ze werken harder, omdat ze alles in orde willen hebben en omdat ze meer werk zien. Ze willen ook goed in het team liggen, waardoor ze vaker extra taken op zich nemen. Niet omdat ze assertiviteit missen, maar omdat ze daar voldoening uit halen. Ze zijn gedreven, gepassioneerd en collegiaal. Dat zijn absoluut geen kenmerken van een emotioneel onstabiele persoonlijkheid."
 
Misverstand 2.Werkgevers kunnen een burn-out niet voorkomen
 
"De werkgever speelt wel degelijk een belangrijke rol. Het is zijn taak om een gezonde werkomgeving te creëren. Hij moet zorgen dat werkkrachten zich nuttig voelen en fier zijn op hun job. Dat ze weten wat er van hen wordt verwacht. Hij moet op een open manier communiceren, zodat iedereen weet waarom de ene wel opslag krijgt en de ander niet. Hij moet zijn werknemers ook enige vrijheid gunnen, om bijvoorbeeld eigen werkuren te bepalen. En hij moet zorgen voor een collegiale sfeer, waarbij medewerkers vrienden zijn in plaats van rivalen. Wordt er aan een van die vijf zaken niet voldaan, dan is de kans op problemen heel groot."
 
 
Misverstand 3. Burn-out is een individuele aandoening
 
"Burn-out is besmettelijk. We hebben allemaal spiegelneuronen, hersencellen die het gedrag van anderen spiegelen. Dus als je thuis een partner hebt met een burn-out, is het risico heel groot dat je de ziekte gaat overnemen. Dat zie je ook in bedrijven. Als er één burn-out is, volgen er nog."
 
Misverstand 4. Mensen met een burn-out zijn depressief
 
"Een depressie is een stemmingsziekte. Dan heb je nergens nog zin in. Een burn-out is een energieziekte. Dan wil je dingen doen, maar je hebt er de fut niet voor. Dat is een groot verschil. Een depressie kan verholpen worden met medicatie, bij een burn-out helpen pillen niet. Je kan er alleen met veel geduld en goede begeleiding van herstellen."
 
Misverstand 5. Een burn-out is volledig werkgerelateerd
 
"Niet alleen onze stressvolle jobs zorgen ervoor dat zo veel mensen een burn-out krijgen. Onze leefomstandigheden zijn mee verantwoordelijk. Er heerst veel onzekerheid, dingen veranderen continu en we krijgen heel veel prikkels binnen. Een van de grootste bronnen van storende prikkels is blauw licht, afkomstig van tv's, computers en gsm's. Probeer die twee uur voor je gaat slapen uit te schakelen. Zoek rust op door vaak genoeg naar buiten te trekken of een museum te bezoeken. En beweeg voldoende. Onderzoek heeft uitgewezen dat mensen die 10.000 stappen per dag zetten beter in hun vel zitten en hun werk efficiënter kunnen uitvoeren. Kleine aanpassingen die een groot verschil maken."

 

 

 

 

 

 

 

Brainfitness om de burn-out te ontlopen Training brain, soepel brain conditie

Een op de vier wer­ken­de Bel­gen heeft een burn-out of flirt ermee. Maar er is ook goed nieuws: u kunt uw her­se­nen trai­nen. Wij deden een week aan brain­fit­ness met neu­ro­psy­cho­lo­ge Elke Ge­raerts.

Ad­ver­ten­tie
7.23 uur. De wek­ker gaat. Ik haal uit naar de snooze­knop, maar mis. Ik ben moe. Al­weer te laat gaan sla­pen. Ik hijs me­zelf uit bed, rich­ting kof­fie­au­to­maat. On­der­weg gris ik in de keu­ken mijn gsm mee. Ik be­kijk het scherm­pje: twee Whats­app-be­rich­ten, drie Fa­cebook-bood­schap­pen, negen mails.
Eén mail komt van de lea­singmaat­schap­pij: een boete voor fout­par­ke­ren. Ie­mand die ik een tijd ge­le­den heb geïnter­viewd, wil weten waar mijn tekst blijft. Een derde af­zen­der stuurt cor­rec­ties bij een ar­ti­kel dat vol­gen­de week ver­schijnt. Het do­cu­ment in bij­la­ge ziet bloed­rood van de ‘sug­ges­ties’. Zucht.
Ik scroll door ‘mor­ning al­erts’ en kran­ten­kop­pen. Tot mijn oog op een mail van neu­ro­psy­cho­lo­ge Elke Ge­raerts (34) valt. Sinds het ver­schij­nen van haar boek, ‘Men­taal ka­pi­taal’, een goed jaar ge­le­den, heb­ben we al een keer of vier een af­spraak pro­be­ren te maken. Tel­kens moest ik an­nu­le­ren omdat er iets an­ders, drin­gen­ders, tus­sen­kwam.
‘Zul­len we nog eens een po­ging wagen?’, vraagt Ge­raerts. Haar boek ligt al weken on­ge­o­pend op mijn bu­reau. Ik bla­der er snel door. Op pa­gi­na 19 lees ik: ‘Stel je voor dat je je brein kunt trai­nen zoals je je spie­ren traint in de fit­ness. Wel dat kan.’ Ik mail terug: ‘Waar? Wan­neer? Ik kan wel wat coa­ching ge­brui­ken.’

Oe­fe­ning 1: Check nooit je mails voor het ont­bijt.

We heb­ben af­ge­spro­ken in een kof­fie­bar in Ant­wer­pen. Elke Ge­raerts is niet de eer­ste de beste. Ze werk­te aan di­ver­se uni­ver­si­tei­ten, is ver­bon­den aan het We­reld Eco­no­misch Forum in Davos en richt­te begin 2014 mee Bet­ter Minds at Work op, een be­drijf rond burn-out­pre­ven­tie. Sinds kort zit ze op ver­zoek van mi­nis­ter van Volks­ge­zond­heid Mag­gie De Block (Open VLD) als ex­per­te in de com­mis­sie voor de her­vor­ming van de be­roeps­ziek­ten van de 21ste eeuw.

‘Jouw brein ver­toont te­ke­nen van ver­waar­lo­zing’, zegt de neu­ro­psy­cho­lo­ge als ik haar over mijn och­tend ver­tel.
‘Tot in de jaren vijf­tig was ons brein een privéver­die­ping van fi­lo­so­fen. Maar de voor­bije de­cen­nia zijn her­sen­we­ten­schap­pers tot veel nieu­we in­zich­ten ge­ko­men’, ver­telt Ge­raerts. ‘Met scans kun­nen we nu be­hoor­lijk ge­de­tail­leer­de foto’s maken van onze her­se­nen. Dank­zij re­cent psy­cho­lo­gisch on­der­zoek weten we steeds meer over wat men­sen veer­krach­tig maakt.’
En toch loopt het bij steeds meer men­sen fout in de bo­ven­ka­mer. ‘Er is iets mis. We voe­len het al­le­maal’, zegt Ge­raerts. ‘De op­ge­da­ne ken­nis in labo’s raakt niet snel ge­noeg bij de men­sen op de werk­vloer.’
‘Jouw brein ver­toont te­ke­nen van ver­waar­lo­zing’, zegt Ge­raerts als ik haar ver­tel hoe mijn och­tend is ver­lo­pen. ‘Ver­waar­lo­zing en over­prik­ke­ling komen op het­zelf­de neer: je gunt je her­se­nen te wei­nig rust. Nog voor je kof­fie hebt ge­dron­ken, zet je het ko­nij­nen­hok open. Door je mail­box te chec­ken zodra je wak­ker bent, laat je toe dat er van ’s och­tends vroeg ko­nij­nen tus­sen je voe­ten door sprin­gen die je aan­dacht af­lei­den. Geen won­der dat je dood­moe bent nog voor de dag be­gint.’
Ge­raerts be­dient zich van de beeld­spraak van de Tex­aan­se olie­mag­naat Tho­mas Boone Pic­kens: ‘When you are hun­ting elep­hants, don’t get dis­trac­ted cha­sing rab­bits.’
De jour­na­lis­tiek is een ri­si­co­be­roep, zegt de burn-out­ex­per­te, maar dat geldt te­gen­woor­dig voor veel be­roe­pen. ‘Onze aan­dacht wordt con­stant ge­kaapt door de waan van de dag. Ons brein is als een on­ge­leid pro­jec­tiel.’
We spre­ken af dat ik de ko­men­de week mijn mail­box pas open­maak zodra ik thuis of op de re­dac­tie aan mijn bu­reau zit. Dus ná mijn ont­bijt en nádat ik mijn kin­de­ren naar school heb ge­bracht. Het blijkt een bij­zon­der moei­lij­ke op­dracht. Op dag één faal ik, en ook op dag twee kijk ik stie­kem toch. Op dag drie laat ik mijn te­le­foon doel­be­wust in mijn auto lig­gen. Dan pas lukt het.
Hoe doe je dat, aan niets den­ken? Thuis vind ik al snel een op­los­sing: even de tuin in lopen en naar de wol­ken kij­ken.
‘Zelf­con­tro­le is aan te leren’, zegt Ge­raerts. ‘Onze her­se­nen zijn veel plas­ti­scher dan we den­ken. Ken je de le­gen­da­ri­sche marsh­mal­low­ex­pe­ri­men­ten uit de jaren ze­ven­tig? De Ame­ri­kaan Wal­ter Mischel liet kleu­ters een kwar­tier al­leen met een marsh­mal­low. Als ze er niet van aten, kre­gen ze een twee­de marsh­mal­low. Een derde van de 600 ge­tes­te kin­de­ren slaag­de erin het volle kwar­tier van de snoep te blij­ven. Twin­tig jaar later zoch­ten de on­der­zoe­kers de kin­de­ren op­nieuw op. Die­ge­nen die een twee­de marsh­mal­low had­den ver­diend, had­den het aan­zien­lijk ver­der ge­schopt, waren ge­zon­der, kamp­ten min­der vaak met ver­sla­vin­gen, waren suc­ces­vol­ler en ver­dien­den meer.’

Oe­fe­ning 2: Stop met mul­ti­tas­ken.

Als een kleu­ter die van een marsh­mal­low moet af­blij­ven. Zo voel ik me die eer­ste dagen. Als ik na een dag of vijf ge­wend raak aan het nieu­we re­gime, scherpt Ge­raerts de re­gels nog wat aan. ‘Zodra je aan je bu­reau zit, schrijf je eerst de be­lang­rijk­ste taken van de dag en de week op. Dat zijn de oli­fan­ten waar­op je wil jagen. Al de rest zijn ko­nij­nen. Die wil­len je bu­reau in­pal­men, ten­zij je ze in hun hok houdt.’
Ze raadt me aan ’s och­tends met­een een oli­fant onder han­den te nemen. ‘Je brein komt ’s nachts tot rust, dus heb je ’s och­tends de mees­te men­ta­le ener­gie. Avond­mens of niet, plan je be­lang­rijk­ste taken als je nog fris bent. Rou­ti­ne­ta­ken, zoals je mail­box op­kui­sen of je ad­mi­ni­stra­tie up-to-da­te hou­den, doe je na de mid­dag, als je ener­gie­peil so­wie­so lager staat.’
Het voelt not done om met half­nat­te haren aan mijn bu­reau te zit­ten, zelfs al werk ik ra­zend ef­fi­ciënt.
Ik laat de kran­ten en tijd­schrif­ten, die ik nor­maal ’s och­tends door­bla­der, voor wat ze zijn en begin een in­ter­view uit te tik­ken. Het vlot niet echt. Op aan­ra­den van Ge­raerts zet ik de au­to­ma­ti­sche al­erts van mijn mail­box af. Die voort­du­ren­de pings zijn do­de­lijk voor mijn con­cen­tra­tie. ‘Je maakt je brein ver­slaafd aan in­for­ma­tieshots. Tel­kens als je een ping hoort, krijgt je brein een op­stoot. Het pro­bleem met het ge­luks­hor­moon is dat je steeds meer nodig hebt om het­zelf­de ef­fect te be­ko­men. Na ver­loop van tijd ben je meer bezig met als een junk op zoek te gaan naar nieu­we in­for­ma­tie om je brein te dope­ren dan met wer­ken.’
On­der­zoek leert dat het 25 mi­nu­ten duurt om op­nieuw in diepe con­cen­tra­tie te ge­ra­ken, nadat je bent ge­stoord. ‘Blijk­baar zijn wij het met z’n allen ook nor­maal be­gin­nen te vin­den dat we nooit meer ten volle ge­con­cen­treerd wer­ken. Dat kan toch niet? De ef­fi­ciëntie­winst die we kun­nen halen als we ons­zelf en onze col­le­ga’s on­ge­stoord laten wer­ken, is enorm.’
Ge­raerts be­ge­leid­de al ver­schil­len­de grote be­drij­ven, waar­on­der de au­to­bou­wer Volvo en het bouw­be­drijf Heij­mans. ‘Een van de ma­na­gers die ik coach­te, heeft nu voor haar hele af­de­ling ‘oli­fan­ten­tijd’ in­ge­pland. Elke dag tus­sen negen en elf wer­ken col­le­ga’s on­ge­stoord aan hun pro­jec­ten, dan wor­den zelfs geen ver­ga­de­rin­gen be­legd.’
‘Als je de ko­nij­nen met­een uit hun hok laat, is het niet moei­lijk dat je moe aan de dag be­gint.’
Ons brein is niet ge­maakt om te mul­ti­tas­ken, zegt Ge­raerts. ‘Dat is in­tus­sen her­haal­de­lijk be­we­zen. Alle la­bo­ra­to­ri­um­ex­pe­ri­men­ten wij­zen in de­zelf­de rich­ting. Laat ons er dus zo veel mo­ge­lijk mee stop­pen. Mul­ti­tas­kers zijn tot 40 pro­cent min­der ef­fi­ciënt. Hoe vaker je kan sin­gletas­ken, hoe beter.’
Ge­raerts ver­wijst naar een on­der­zoek waar­bij jon­ge­ren met een iPad voor de te­le­vi­sie wer­den gezet. ‘De ge­bie­den in de her­se­nen die be­lang­rijk zijn voor zelf­con­tro­le en em­pa­thie, ble­ken min­der ac­tief dan bij jon­ge­ren die enkel tv-ke­ken. Het is te vroeg om te be­slui­ten dat we van al dat mul­ti­tas­ken on­em­pa­thi­sche egoïsten wor­den. Maar het is in elk geval in­ef­fi­ciënt.’

Oe­fe­ning 3: Laat je ge­dach­ten ge­re­geld af­dwa­len.

De derde oe­fe­ning is een mak­kie: me­zelf tijd gun­nen om te free­whee­len, mijn ge­dach­ten te laten af­dwa­len. Mijn coach kan trots zijn, want dat kan ik als de beste.
Ge­raerts: ‘Twee psy­cho­lo­gen van Har­vard ont­dek­ten dat we liefst 47 pro­cent van de tijd niet bezig zijn met dat­ge­ne waar­mee we den­ken bezig te zijn. Zelfs als we ons echt op iets toe­leg­gen, is onze geest er 30 pro­cent van de tijd niet bij. Wees je daar­van be­wust en laat het ge­beu­ren. Door je aan­dacht even te laten af­dwa­len, gun je je her­se­nen de tijd in­for­ma­tie te ver­wer­ken en op te slaan. Je struc­tu­reert on­be­wust din­gen in je hoofd.’
Ter­wijl ik dit ar­ti­kel schrijf, dwing ik me­zelf na een half­uur goed door­wer­ken een pauze van en­ke­le mi­nu­ten in te las­sen. Ik be­trap me erop dat ik de pauze ge­bruik om even mijn Fa­cebook-ac­count te chec­ken of snel wat rond te sur­fen. Maar dat, wijst Ge­raerts me streng te­recht, is niet de be­doe­ling. ‘Ga de tijd die je her­se­nen nodig heb­ben niet met­een weer op­vul­len. Mind­wan­de­ring be­te­kent met niets bezig zijn. Níéts.’
Het blijkt moei­lij­ker dan ge­dacht. Hoe doe je dat, aan niets den­ken? Thuis vind ik al snel een op­los­sing: even de tuin in lopen en naar de wol­ken kij­ken. Maar op de re­dac­tie voelt het heel on­ge­mak­ke­lijk om te zit­ten nik­sen, zelfs al is het een op­dracht voor een ar­ti­kel.
‘Pro­beer niet te stu­ren’, zegt Ge­raerts. ‘Wees je ervan be­wust dat je ge­dach­ten alle kan­ten op schie­ten en re­gi­streer welke ge­dach­ten in je op­ko­men. Stel je­zelf ge­re­geld de vraag: wat denk ik nu? En ver­trouw erop dat het geen tijd­ver­spil­ling is, dat je geest ver­ban­den aan het leg­gen is. Als onze ge­dach­ten 47 pro­cent van de tijd af­dwa­len, is het omdat ons brein die tijd nodig heeft.’
Een beet­je ver­ve­ling is nut­tig, merk ik wel. Tus­sen de pau­zes door schiet ik goed op met mijn werk. Vol­gens on­der­zoe­kers van de uni­ver­si­teit van Ca­li­for­nië kan je me­de­wer­kers die net een moei­lijk pro­bleem voor­ge­scho­teld kre­gen, best een kwar­tier iets heel saais laten doen. Vaak komt de op­los­sing als van­zelf.
Ter­wijl ik mind­wan­der, valt het me op dat lei­ding­ge­ven­den rond mij van de ene ver­ga­de­ring naar de an­de­re hol­len. Die zijn, weet ik nu, niet goed bezig. De stem van mijn coach glipt mijn free­whee­len­de brein bin­nen. ‘We plan­nen onze agen­da’s veel te vol. Elk uur zit vol­ge­boekt. Ei­gen­lijk zou je na elke ver­ga­de­ring tijd moe­ten nemen om wat din­gen op te schrij­ven en tot je­zelf te komen. Als je je­zelf die tijd niet gunt, gaat een groot deel van wat je hebt ge­leerd, ver­lo­ren.’

Oe­fe­ning 4: Zoek je ple­zier­tjes op het werk.

Mi­nis­ter van Volks­ge­zond­heid Mag­gie De Block wil bur­nout er­ken­nen als een ‘werk­ge­re­la­teer­de ziek­te’. Sinds sep­tem­ber 2014 al is elk be­drijf ver­plicht aan burn-out­pre­ven­tie te doen. De Block ziet dus in dat burn-out een chro­ni­sche ziek­te is waar de werk­ge­ver mee ver­ant­woor­de­lijk voor is, zij het slechts ge­deel­te­lijk.
Ge­raerts is het met die be­na­de­ring eens. ‘Stop met zeu­ren. Wacht niet tot je werk­ge­ver zijn ver­ant­woor­de­lijk­heid neemt en de zaken aan­pakt. Begin er zelf mee. Werk­ne­mers moe­ten ook voor zich­zelf en voor el­kaar zor­gen. We maken el­kaar gek, gij­ze­len el­kaar. Op veel werk­vloe­ren is het de ge­woon­te een brood­je aan je bu­reau te eten. We weten al­le­maal dat dat heel on­ge­zond is.’
Haar voor­laat­ste oe­fe­ning wordt de leuk­ste: na­gaan waar­mee ik me­zelf een ple­zier kan doen op het werk.
Tij­dens de lunch grijp ik een col­le­ga bij de kraag: ‘Zul­len we een ter­ras­je doen?’ Op heel druk­ke dagen eet ik mijn slaatje niet lan­ger voor mijn scherm, maar bui­ten in de zon. Soms zon­der ik me af in een ver­ga­der­zaal, maar niet zon­der een praat­je te slaan met de re­cep­ti­o­nis­te. Af en toe krijg ik van haar een lek­ke­re kof­fie en hoef ik de drek van op de re­dac­tie­vloer niet te drin­ken. Ook dat is werk­ple­zier.
Ik begin cre­a­tief te wor­den in het vin­den van ple­zier­tjes. Tus­sen twee in­ter­views door stop ik even aan een park en schop mijn schoe­nen uit. Tij­dens een lange lunch­pau­ze ga ik een toer­tje lopen of ga ik naar de kap­per. Ho­pe­lijk maken de col­le­ga’s er straks geen op­mer­kin­gen over.
Dat is nog het las­tig­ste, merk ik. Niet zo­zeer je­zelf met klei­ne in­gre­pen een leu­ke­re werk­dag be­zor­gen, maar me er niet over scha­men. Het voelt not done om met half­nat­te haren aan mijn bu­reau te zit­ten, zelfs al werk ik ra­zend ef­fi­ciënt.

Oe­fe­ning 5 Stop met te zeg­gen dat je het druk hebt.

‘Hoe gaat het? Druk zeker?’ Als laat­ste op­dracht vraagt Ge­raerts me een week lang te tel­len hoe vaak men­sen me die vraag stel­len en hoe vaak ik ze aan an­de­ren stel. Ik kom aan 14, ge­mid­deld twee per dag.
Ge­raerts: ‘Druk-druk-druk. Als je maat­schap­pe­lijk wil mee­tel­len, moet je het druk heb­ben. Wie geen stress er­vaart, is niet ge­slaagd in het leven, lijkt het. Zon­der het goed te be­sef­fen creëren we een si­tu­a­tie waar­bij ie­der­een het per­fect nor­maal vindt dat ie­der­een con­stant ge­strest rond­loopt. En waar­om ei­gen­lijk?’
Ja, waar­om ei­gen­lijk? De week is om. In plaats van te her­val­len in oude ge­woon­ten, be­sluit ik de tips van mijn coach nog wat lan­ger vol te hou­den. Het ar­ti­kel is af, keu­rig bin­nen de dead­line en zon­der al te veel stress. Maar er staan al­weer nieu­we ko­nij­nen te drin­gen aan mijn bu­reau.
21 mei 2016 09:05
© De Tijd

Terug aan het werk na een lange afwezigheid om medische redenen (PDF, 464 KB)

Hoe maak je werk van een re-integratiebeleid als werkgever:  https://www.youtube.com/watch?v=39u3C-zHrh0&feature=youtu.be

Nieuwste nieuwsfeiten hier te vinden